LIMBURG - De rechtbank Limburg heeft een 59-jarige voormalig hoofdagent van de politie Limburg veroordeeld voor schending van zijn ambtsgeheim en computervredebreuk. Daarvoor krijgt hij een taakstraf van 40 uur. De ex-politieman werd ook verdacht van schending van zijn ambtsgeheim in een andere zaak, maar daarvan spreekt de rechtbank hem vrij.


Schending abtsgeheim en computervredebreuk

De voormalig politieagent raadpleegde op verzoek van een vriend en van een familielid de gesloten politiesystemen. Hij deed dit aan de hand van kentekens en namen die zij hem gaven. Het familielid had een aanrijding gehad, kreeg geen gehoor bij de tegenpartij en vroeg het opgegeven telefoonnummer te controleren. De vriend had onenigheid met een leerkracht van zijn zoon en verzocht diens privéadres te achterhalen.

Omdat het zoeken naar deze informatie niets te maken had met zijn werk, maakte de verdachte onrechtmatig gebruik van zijn inloggegevens en de informatiesystemen van de politie. De rechtbank heeft geoordeeld dat hij met deze zoekopdrachten de grenzen van zijn autorisatie te buiten is gegaan. De verdachte pleegde computervredebreuk en schond zijn ambtsgeheim. Dat is schadelijk voor de privacy van burgers en mogelijk ook voor hun veiligheid. Bovendien doet het afbreuk aan het vertrouwen in de politie.

Strafmaat

Naar aanleiding van de incidenten heeft de hoofdagent – na veertig jaar in dienst te zijn geweest – zijn strafontslag van het politiekorps gekregen. Hij is gebukt gegaan onder het strafrechtelijk onderzoek en tot op heden ondervindt hij er nog steeds de gevolgen van bij het zoeken en behouden van nieuw werk. Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank hiermee rekening gehouden. Ook speelt een rol dat de verdachte geen criminele bedoelingen had bij het opvragen van de gegevens of er zelf enig (financieel) voordeel uit heeft gehaald. Tot slot heeft de rechtbank er rekening mee gehouden dat de strafbare feiten langere tijd geleden zijn gepleegd.

Vrijspraak

De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het schenden van zijn ambtsgeheim in een andere zaak. Daarin ging het om het doorgeven van politie-informatie aan een schade-expert. De verdachte verkeerde in de veronderstelling dat hij die informatie mocht delen. Net als de officier van justitie vond de rechtbank niet bewezen dat hij moest vermoeden dat hij de informatie geheim had moeten houden voor de schade-expert.